-
1 nieuwe klanten trachten te winnen
nieuwe klanten trachten te winnenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > nieuwe klanten trachten te winnen
-
2 winnen
1 [als overwinnaar te voorschijn komen (uit)] win2 [vorderen, voorkomen] win, gain3 [winst maken] make a profit♦voorbeelden:ik hoop dat mijn nummer deze keer wint • I hope my number will come up this timeop het winnende paard wedden • pick the winnerde slag winnen • carry/save/win the dayde wedstrijd moeiteloos winnen • win the match/competition/race hands down; 〈 bij paardenrennen ook〉 run away with the raceje kan niet altijd winnen • you can't win them allzij wint het steeds in hun ruzies • she always gets the better of their fightswinnen bij het kaarten • win at cardswinnen met 7-2 • win 7-2, win by 7 goals/points to 2met twee lengten winnen • win by two lengthseen goede kans maken om te winnen • have a good chance of winningwinnen op punten • win on points(het) winnen van iemand • beat someone, have the best of someonehij wint het van Sam • he has it over Samaan gewicht winnen • gain weightin/aan duidelijkheid winnen • gain in clearnesshij had tien meter op zijn voorligger gewonnen • he had gained ten metres on the man/car/horse in frontII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 kolen winnen • extract/mine coalland winnen • reclaim/recover landzand winnen • extract sandzout uit zeewater winnen • obtain salt from sea watermetaal uit erts winnen • win metal from oreonze aandelen hebben vijf punten gewonnen • our shares have gained/put on five pointsstemmen winnen • pull voteshij heeft er niet veel bij gewonnen • he hasn't gained much by itdrie zetels op de Conservatieven winnen • win three seats from the Conservativesiemand voor zich winnen • win someone overiemand winnen voor een plan • win someone over to one's plan -
3 werben
werben♦voorbeelden:um ein Mädchen werben • dingen naar de hand van een meisjeII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 court
n. binnenplaats, erf; rechtbank; paleis, hof, hofhouding, ontvangst--------v. het hof maken, uitnodigencourt1[ ko:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 rechtbank ⇒ gerechtsgebouw/zaal, (gerechts)hof3 hof ⇒ koninklijk paleis, hofhouding5 omsloten ruimte ⇒ (licht)hal; binnenhof/plaats, cul-de-sac♦voorbeelden:1 Court of Appeal(s) • hof van appel/beroepCourt of Cassation • hof van cassatiecourt of honour • ereraadcourt of inquiry • gerechtelijke commissie van onderzoekcourt of justice • gerechtshofcourt of law • rechtbankCourt of Session • (Schots) civiel hooggerechtshofgo to court • naar de rechter stappensettle out of court • in der minne/buiten de rechter om schikkentake someone to court • iemand voor de rechter slepen3 Court of St. James's • het kabinet van St.-James, de Engelse regering, het Britse hofhold court • hof houdenbe presented at court • aan het hof gepresenteerd worden¶ laugh someone/something out of court • iemand/iets weghonenpay court to someone • iemand het hof makenrule/put out of court • uitsluiten 〈 getuige, bewijsmateriaal; ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉(iets/iemand) totaal geen kans geven————————court2II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 flirten met ⇒ vragen om, uitlokken♦voorbeelden: -
5 woo
v. dingen naar (de gunst van); het hof maken; verzoeken[ woe:]♦voorbeelden: -
6 Zeit schinden
-
7 bewerben
-
8 schinden
schinden♦voorbeelden:Zeit schinden • tijd (trachten te) winnenbei jemandem ein paar Mark schinden • iemand een paar mark aftroggelen -
9 um jemanden werben
um jemanden werben -
10 umwerben
-
11 bemühen
bemühen1 (de hulp) inroepen (van), inschakelen, in de arm nemen3 zich beroepen op, aanvoeren1 zijn best doen, moeite doen, zich inspannen3 trachten te bereiken, te winnen, te (ver)krijgen♦voorbeelden:1 bemühen Sie sich nicht! • doet u geen moeite!2 sie bemühte sich um den Patienten • zij zorgde, zette zich in voor de patiënt
См. также в других словарях:
Kreis Marburg-Biedenkopf — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
Marburg-Biedenkopf — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
Landkreis Marburg-Biedenkopf — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
gewinnen — siegen; für sich entscheiden; erwerben; das Rennen machen (umgangssprachlich); erlangen; obsiegen; triumphieren; einheimsen; erringen; Vorteil verschaffen; … Universal-Lexikon
gewinnen — gewinnen: Mhd. gewinnen, ahd. giwinnan »durch Anstrengung, Arbeit oder Kampf zu etwas gelangen, schaffen, erringen, erlangen«, got. gawinnan »sich quälen, leiden«, aengl. gewinnan »kämpfen, streiten, sich abmühen, sich plagen; erobern, erringen«… … Das Herkunftswörterbuch
Tochter — 1. A schöne Tochter îs a halber Naden (Mitgift). (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. Aus glänzenden Töchtern werden gebrechliche (kranke, sieche) Weiber. Holl.: Een diamant van eene dochter wordt een glas van eene vrouw. (Bohn I, 312.) 3. Bai de Dochter … Deutsches Sprichwörter-Lexikon